We hoeven niet te weten wie je bent!

We willen alleen maar weten hoeveel mensen onze website bezoeken. Maar als je wilt kun je dat weigeren.
Lees hier meer over onze cookies.

Over de digitale voordeur en online poli van GGZ-instelling Lentis

Actieve en bovendien tevreden cliënten bij Lentis Online

Sinds Lentis in 2019 een digitale kliniek opende, werden meer dan driehonderd cliënten volledig online behandeld. Daarnaast moet hun digitale voordeur ervoor zorgen dat er ehealth wordt aangeboden tijdens het wachten op passende zorg. “Ik ben trots op de stappen die we gezet hebben”, vertelt Sjoerd van Dekken, projectmanager ehealth.

Foto's van Marleen de Monchy en Sjoerd van Dekken Marleen de Monchy en Sjoerd van Dekken

'Klein beginnen, zodat we gaandeweg kunnen leren van wat we hebben ontwikkeld.' Dat was de aanpak die Lentis hanteerde bij het uitrollen van hun digitale middelen, vertelt Van Dekken. “Als je snel leert en vlot dingen verbetert, dan kom je er ook achter wat er wel en niet werkt.”

Nadat het beeldbellen en de berichtenfunctie van Minddistrict al succesvol werden ingezet, werd besloten om het gebruik van online middelen op te schalen. Dus werd er in 2019 gestart met de digitale poli, Lentis Online. De cliënten worden volledig online behandeld, van aanmelding tot afsluiting. “We begonnen klein, met twee behandelaars. Inmiddels is er een team van negen en zijn er meer dan driehonderd cliënten naar tevredenheid behandeld. Dat is mooi om te zien.” De zorg wordt met een 8,8 ook hoog beoordeeld, vertelt Van Dekken. “De doorlooptijd is korter, de cliënten zijn tevreden en de behandeling is effectief. Het is een win-win situatie.”

Cliënten beoordelen de zorg van Lentis Online met een 8,8

Meerwaarde voor de behandeling

Marleen de Monchy is GZ-psycholoog en cognitief gedragstherapeut, en vanaf het begin van de online poli betrokken bij de ontwikkeling ervan. “Het is altijd leuk om nieuwe dingen te proberen, dus de start van de online poli was geweldig. En ik wist op dat moment al dat modules van meerwaarde kunnen zijn voor een behandeling.” Het is een uitdaging om na te denken over hoe je het zorgprogramma zo goed mogelijk online neerzet, vindt ze.

De basis van het online aanbod begint bij de hulpvraag, waar passende modules bij gezocht worden. Daarna wordt gebruik gemaakt van videobellen en de berichtenfunctie, om gesprekken te voeren en contact te houden. En de behandelaren geven feedback op wat cliënten invullen in de modules.

'Ons team en onze agenda's zijn erop ingericht dat we op een andere manier werken.'

De online poli is op een andere manier georganiseerd dan de (blended) behandelingen die al aangeboden werden. Er is meer toetsenbordcontact, zoals Van Dekken het noemt. “Je spreekt de cliënt via beeldbellen, maar er is ook wekelijks contact via modules of via de chat. Dat vraagt om een andere indeling van de agenda: meer ruimte om vaker een korter contact te hebben. Het online team is daarop ingericht, en dat draagt ook bij aan de beoordeling en ervaring van de behandeling.”

Feedback tussendoor

Het online behandelen voegt ook iets toe aan het traject met de cliënt, vindt De Monchy. “In de videogesprekken die je voert, kan je dieper op dingen ingaan, omdat je tussendoor al contact gehad hebt door middel van feedback op modules of berichten. In je gesprek grijp je daarop terug. Dat kan ik niet hard maken, maar zo voelt het wel.” Omdat je de feedback met de cliënt bespreekt, is die ook actiever tussen de gesprekken door, ziet De Monchy.

Dat is volgens de gedragstherapeut ook de kern van het online behandelen. “Tussen de gesprekken door is er al een proces gaande bij de cliënt, ze maken al stappen. Ze gaan anders denken en anders doen. In de modules lees je vervolgens waar ze tegenaan lopen en wat ze lastig vinden, waarna je daar verder mee kunt in de gesprekken.”

In het geval van de poli werd er ook wel eens iets geprobeerd wat vooraf niet haalbaar leek, zoals online EMDR. “We zijn toch met een cliënt gestart en zagen dat dit kon werken, dat overtrof onze verwachtingen”, aldus Van Dekken. Ook De Monchy vond het spannend om aan te pakken. “Maar we zagen vrij snel dat het niet uitmaakt waar je die behandeling doet. Plus de cliënt hoeft na een heftige sessie niet over straat, dat is ook een meerwaarde.”

‘Ehealth moet niet van ons afhangen’

Er wordt binnen Lentis met verschillende modules gewerkt, van Burnout en Depressie tot Gegeneraliseerde Angst of Trauma. En ook modules als Mindfulness, Leren Ontspannen, Beter Slapen en het Gedachtenschema worden volop ingezet. Van Dekken zegt blij te zijn met de behandelcontent van Minddistrict, en de herbruikbare pagina’s. “We bekijken ook graag hoe de modules gebruikt worden.” De projectleider is trots op hoe de poli tot stand is gekomen en zich ontwikkeld heeft. “We zijn klein begonnen en nu is het echt een onderdeel van Lentis waar veel cliënten gebruik van maken. Alles wat je biedt kan de situatie verbeteren.”

Van Dekken zou het mooi vinden als alle cliënten op den duur toegang krijgen tot een vorm van online zorg die ze zelf willen. “Het moet niet meer van ons afhangen of ze online of blended zorg willen, de cliënt kiest. En ze mogen ook nog steeds op de fiets naar ons toe komen.”

Wachttijd overbruggen

Met de lange wachtperiode tussen verwijzing en behandeling, besloot Lentis zich ook te richten op die tussentijd. “We willen cliënten zo vroeg mogelijk na de verwijzing alvast ehealth aanbieden. Bijvoorbeeld met welkomstmodules waarin je praktische informatie krijgt over wat je te wachten staat en wat Lentis is en doet.” De ene module is passief en vraagt vooral om het lezen van informatie, de andere is interactiever en zet de cliënt alvast aan het werk.

Ook is er de optie om alvast voorbereidende vragen te beantwoorden zodat de behandelaar al meer informatie krijgt. En mensen kunnen alvast psycho-educatie krijgen. De cliënt krijgt veel informatie over Lentis en er zijn elf modules zelf ontwikkeld. “Die zetten we graag in om onze eigen toon toe te voegen.”

Behandelverantwoordelijkheid

Deze digitale voordeur is een vernieuwende aanpak, mede omdat het een lastige kwestie is, legt de projectmanager uit. “Je zit met de behandelverantwoordelijkheid, daar willen organisaties vaak niet hun handen aan branden als ze nog niet verantwoordelijk zijn voor een cliënt. Maar we deden we niets in die tussenperiode, terwijl de behoefte aan informatie dan juist groot is.”

'Het heeft zoveel waarde om cliënten die nog moeten wachten alvast iets aan te bieden'

Inmiddels hebben 80 cliënten toegang gekregen tot het ehealthprogramma in de wachttijd. “We verkennen nu wat het de cliënt oplevert. Er zijn genoeg redenen om het niet te doen, zoals de bekostiging en het zoeken naar de juiste richting om de AVG passend te maken, maar we doen het toch. Want het heeft zoveel waarde.”

Sinds kort is er ook een programma voor cliënten die op de wachtlijst staan voor een intake, vertelt Van Dekken. “Op dat moment is Lentis nog niet verantwoordelijk voor de cliënt, maar de huisarts. Maar met een mogelijke wachttijd van twintig weken en een grote behoefte aan informatie, hebben we besloten om ook voor dat moment een programma aan te bieden.”

Netwerk van de cliënt betrekken

In de toekomst zou de projectmanager graag beter willen onderzoeken hoe het netwerk van de cliënt beter online in te zetten is. “Hoe we als Lentis het netwerk van informele en formele zorg rond de cliënt met ehealth kunnen bedienen. Netwerkpsychiatrie, met wijkteams, schuldhulpverlening en ook informele zorg bijeen. We zijn nog op zoek naar hoe ehealth dit kan ondersteunen, welke ontwikkelingen er nodig zijn.”

'Als collega's moeten we erop letten dat we contact met elkaar houden'

De Monchy benadrukt daarnaast dat het volledig online werken wel vraagt om wat andere maatregelen. “Het is aan de collega’s om elkaar te blijven zien en verbinding te houden. Als je thuis en volledig online werkt, moet de voorwaarde wel blijven dat er contact is tussen collega’s, om dingen af te stemmen en samen beter te worden.”

Trajecten zijn de helft korter dan in de reguliere ggz

De gedragstherapeut hoopt de komende jaren nog veel meer mensen te helpen in de online poli. “Als je naar de cijfers over de doorlooptijd kijkt, dan zien we dat trajecten gemiddeld 50% korter zijn dan in de reguliere ggz. Het is interessant om uit te zoeken waardoor dat komt. En als we in dezelfde tijd meer cliënten kunnen helpen, dan is dat een mooie uitdaging. Je cliënten zo goed mogelijk helpen, daar doe je het voor.”

Meer lezen

Wil je meer weten over de thema's die in dit interview werden aangesneden?

Mocht je verder willen praten over wat je hebt gelezen, of vragen hebben, stuur ons dan gerust een bericht.