We hoeven niet te weten wie je bent!

We willen alleen maar weten hoeveel mensen onze website bezoeken. Maar als je wilt kun je dat weigeren.
Lees hier meer over onze cookies.

‘Het is pas je eigen instrument als je ook voldoende de regie hebt om het te kunnen bespelen’

Rudolf Keijzer over ehealth in de huisartsenzorg

Zorgorganisatie PRO Praktijksteun (met name actief in de huisartsenzorg en POH-GGZ) uit Eindhoven was snel gecharmeerd van ehealth en wist samen met twee verzekeraars de vergoeding te organiseren. Algemeen directeur Rudolf Keijzer legt uit hoe dit tot stand is gekomen.

Een foto van Rudolf Keijzer Rudolf Keijzer van PRO Praktijksteun

“Wij zijn in 2012 begonnen met de eerste oefeningen met ehealth, omdat we wisten dat het eraan zat te komen”, legt Keijzer uit. “En omdat er wat potjes bij verzekeraars beschikbaar waren voor innovatie.” Destijds hebben ze die oefeningen niet naar tevredenheid getest, erkent hij. “Het digitale aanbod, zoals Beating the blues, bestond uit volledige modules die je helemaal moest afmaken, als een kuur. Het was bewezen werkzaam, maar wel als je het precies volgens protocol deed. Dat paste niet binnen de huisartsenzorg.”

Dit jaar vieren we dat Minddistrict tien jaar geleden het licht zag. Daarom hebben we interviews gehouden over tien mooie samenwerkingen uit de afgelopen tien jaar. De verhalen vind je in de jubileumbundel '10 jaar in 10 verhalen'. Een aantal van deze verhalen publiceren we ook hier online. Wil je alle verhalen lezen? Vraag de bundel aan via info@minddistrict.nl

Daarom startte PRO Praktijksteun in 2013 een samenwerking met Minddistrict, dat zich destijds nog meer richtte op instellings-ggz en minder op de huisartsenzorg en de praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ). “Dat is toen snel omgedraaid, want protocollair werken past maar bij een deel van de huisartsenzorg. Door het idee om meer vrijheid te creëren in het aanbod is er ook ruimte gekomen om het beter te gaan implementeren.”

Van pilots naar implementatieplannen

Uiteindelijk kwam er in 2014 ook geld voor ehealth in de huisartsenzorg beschikbaar. Pilots konden daardoor worden omgezet naar implementatieplannen. “We hebben ons het eerste jaar gericht op het oefenen met ehealth en kozen een paar ambassadeurs. Zij werkten met een beperkte set van modules, vijf of zes, zoals Beter slapen, Gedachteschema, Van angst naar beter, Van somber naar super en Fluitend naar je werk. Zo lieten we behandelaren in kleine stappen kennismaken met ehealth. We hebben toen ook meteen hun angsten weggehaald dat dit de zorg zou gaan vervangen. Het is een instrument van de behandelaar en niet in plaats van de behandelaar.”

Regionaal vormgegeven zodat allerlei regiopartners op één platform kwamen te werken.

Het platform van Minddistrict werd officieel in gebruik genomen. “Zodra het gebruik door klanten en behandelaren toenam, konden we een businesscase maken voor de verzekeraars. Er was destijds al wat geld beschikbaar dat specifiek bedoeld was voor verbeteringen van ehealth. Dat hebben we regionaal vormgegeven zodat allerlei partners, zowel POH-GGZ als huisartsen, op één platform kwamen te werken, het liefst regionaal. Zo konden we meer rondom de cliënten opbouwen.”

Stimulering

Vervolgens kwamen er meer gesprekken met verzekeraars CZ en VGZ. “Eind 2014 zagen zij ook dat ehealth inzetten de nieuwe waarheid was. Het kon daarnaast een deel van de kostengroei drukken. Dat was voor hen interessant en daarom gingen zij ook op zoek naar hoe zij het gebruik van ehealth konden stimuleren.” Op dat moment werd er vooral voor financiële middelen gezorgd, de huisarts ontving geld ter ‘beloning’ voor het gebruik van ehealth. “Wij kwamen erachter dat dit als enige middel niet de juiste manier was.” Ze merkten ten eerste dat het niet zozeer de huisartsen waren die het implementeerden, maar dat vooral de POH-GGZ dit deden. “Ten tweede: als we niet op implementatie inzetten dan hebben mensen straks geld gekregen, dit bedrag vervolgens opgebruikt en stopt alles weer als je het geld eruit haalt.”

En dus kwam PRO Praktijksteun zelf met een voorstel: de eerste jaren meer werk stoppen in de implementatie. “Een gedeelte van de kosten gaat dan zitten in trainingen, bijeenkomsten en terugkomdagen. Daarnaast zullen we zien dat een merendeel van de kosten ook in het gebruik zit. Maar dat is daarmee wel verankerd voor de komende jaren.”

‘Geef ons de ruimte’

Dat voorstel vonden de verzekeraars interessant. “We hebben sinds 2014 altijd maar een deel van het beschikbare budget aangevraagd en nog nooit om 100 procent gevraagd. Eerder de helft of nog minder.” De verzekeraars krijgen het geld dat niet benut is terug. “We vragen eigenlijk: geef ons de ruimte om het goed weg te zetten.” Het geld was in 2014 en 2015 ook deels bedoeld om te gebruiken als stimuleringsgeld, aldus Keijzer. “Als het lukt om met ehealth aan de slag te gaan met de behandelaar, hoe kunnen we het dan ook voor ons als organisatie duurzaam inzetten? We wilden voorkomen dat we over een halfjaar weer met een nieuw platform of aanbieder aan de slag moeten.”

Illustratie die zorgverzekeraars en zorgverleners toont die een cliënt helpen

Keijzer denkt dat toegang tot ehealth op den duur onafhankelijk is van de zorgaanbieder bij wie je zorg ontvangt, maar zover is het op dit moment nog niet. “We zagen wel dat als het netwerk rondom de regio wordt gebouwd in plaats van om de praktijk, er dan de meeste kans van slagen is op lange termijn.” Vanaf 2016 is PRO Praktijksteun hierover gaan filosoferen met Minddistrict en vanaf 2017 is er ook daadwerkelijk een regionaal platform met niet alleen de huisartsenzorg en POH-GGZ, maar ook de GBGGZ en SGGZ. Allen werken op hetzelfde platform. “Hierdoor kunnen patiënten, bij een doorverwijzing toegang houden tot zijn of haar online informatie en opdrachten. Zo hoeven zij niet meer opnieuw te beginnen.”

Verzekeraars spraken met de GGZ-instellingen een target af over hoeveel procent van de behandelingen online of blended moest. In de huisartsenzorg gebeurde dat toen nog niet, aldus Keijzer. “In dezelfde tijd was er een beweging van ‘het roer moet om’ bij huisartsen en die ging erg tegen de regeldruk en verantwoording naar verzekeraars in. We moesten dus een andere manier zoeken om die groep te begeleiden bij het goed en zinvol willen gebruiken ervan.”

Enthousiastelingen

Binnen de organisatie reageerde niet iedereen enthousiast op die toenemende hoeveelheid van aangeboden ehealth. “En dat is maar goed ook. Er zijn altijd mensen die zeggen dat ze het verschrikkelijk vinden of niet nodig hebben. Maar er zijn ook nog steeds huisartsen die beweren dat ze (bijna) geen GGZ in hun praktijk hebben.” Sommige mensen gaan wat minder snel mee. “Daarom hebben we ervoor gekozen om de eerste enthousiastelingen tot ambassadeurs te maken. Zij mogen uitdragen dat ze het leuk vinden. Vervolgens hebben we ervoor gekozen om een grote groep uit te nodigen om ermee aan de slag te gaan en te zien of ze het leuk gaan vinden. Zij mochten zelf bepalen hoe en wanneer ze het gebruikten.”

We hebben ervoor gekozen om de eerste enthousiastelingen tot ambassadeurs te maken.

Uiteindelijk is in 2015 afgesproken dat iedere POH-GGZ in dat jaar of in 2016 tenminste de training over ehealth gevolgd moet hebben. “Daarna mochten ze zelf bepalen of ze het gingen gebruiken. Dat is natuurlijk best een risico, want je investeert tijd en geld erin.” Er waren een paar mensen die er vervolgens weinig mee deden, maar 90 procent is er inmiddels mee aan de slag gegaan, aldus Keijzer. “Sommigen mondjesmaat en anderen actief. Maar dat is een hoog percentage.” Het is nu standaard om de training te volgen als je bij PRO Praktijksteun komt werken. “Dat willen mensen ook, want ze horen van collega’s dat het fijn werkt. En soms doen mensen die er een jaar lang niets mee gedaan hebben, toch weer opnieuw de training.”

Online huiswerk

Desondanks is ehealth nog steeds niet verplicht binnen de organisatie. “We noemen het soms online huiswerk. Het is natuurlijk wel meer, maar als je dat in gedachten houdt dan is dat een kans om cliënten online te activeren.” Het activeren is, digitaal of op papier, bijna altijd een goede insteek, zegt Keijzer. “De dagboeken en modules rondom mindfulness worden sneller aangeboden, maar het blijft zonder verplichting.” De reacties van cliënten zijn goed, maar die constatering komt momenteel alleen van de terugkoppeling die Keijzer van behandelaren krijgt na het bespreken met de cliënten. “Wat we meer willen gaan doen is alle patiënten een enquête sturen na een behandeling.”

Het aangename volgens Keijzer is dat het vrij is voor de patiënt of ze het oppakken of niet. “Ook als je modules niet afmaakt is het hoogstens een reden om erover te praten, maar het is nooit fout of slecht. Iemand die het moeilijk vindt om dingen af te maken, of een burn-out heeft, lukt het zelf niet automatisch om dit vol te houden. Dat is dan een mooi onderwerp van gesprek.” Er is veel aanbod bij Minddistrict, dus is er ook veel ruimte om te voelen dat het op maat gemaakt is. “Daar reageren cliënten goed op. En het is fijn om zaken als de psycho-educatie of wat de POH-GGZ je uitlegt, thuis nog terug te kunnen lezen. Dat wordt wel echt als een meerwaarde gezien.”

Populaire basismodules

Sinds enkele weken worden via PRO Praktijksteun alle tweehonderd modules aangeboden. De modules die bij de start in 2014 werden gebruikt, zijn allemaal vervangen, onder een andere naam verder gegaan of doorontwikkeld. De onderwerpen van vier jaar geleden worden nog steeds veel gebruikt, ziet Keijzer. “We zien dat basismodules over depressie en angst veel worden gebruikt. Ook de psycho-educatie over ADHD, modules over mindfulness en de dagboekjes zijn toppers. En natuurlijk het gedachtenschema.”

Screenshot van Evie Evie: toegang tot zelfhulp op de mobiele telefoon

Vorig jaar is PRO Praktijksteun met Minddistrict een pilot gestart die ‘Evie’ heet, dat staat voor Ehealth Voor Iedereen. “Het is aan ons als organisatie om ervoor te zorgen dat de behandelaar het tempo van de ontwikkelingen goed kan volgen. ‘Evie’ zit echt op de preventiekant: zelf aan de slag gaan, anoniem, kosteloos en zonder dat je contact hebt met een hulpverlener. Het is meer gericht op eigen regie en zelfhulp. We merken dat dit, de preventie, goed werkt. Maar de koppeling met blended care is voor onze behandelaar de way to go.”

Eigen informatie beschikbaar

Die toenemende eigen regie van cliënten noemt Keijzer in brede zin absoluut een vooruitgang. “Zeker bij gedragsverandering, in de GGZ het meest aan orde, is het zo dat we allemaal graag inzetten op duurzame zelfredzaamheid. Dat is niet voor elke zorgvraag mogelijk, maar veel dingen kunnen we zelf.” Daarbij moet je ook de juiste instrumenten hebben, dan heb je daar het langste plezier van. “Dan is het prettig om mijn eigen informatie al beschikbaar te hebben als ik dit voor een tweede keer meemaak. Het zorgt voor ondersteuning en het geeft ruimte om dat ter beschikking te hebben. Dat betekent niet dat je alles in je eentje moet doen. Maar wel dat je de hulpmiddelen hebt om dat te doen. Voor sommige mensen is dat een zegen, maar voor anderen een nadeel. Het moet bij je passen.” Dat vindt Keijzer het fijne van deze werkwijze. “Het is pas je eigen instrument als je ook voldoende de regie hebt om het te kunnen bespelen. En ook om het te kunnen delen.” Soms vinden mensen het fijn als hun partner mee kan kijken. Of juist niet. Of als de behandelaar een teken krijgt als je een vragenlijst niet invult. “Als ik me goed voel, kies ik wat er gebeuren mag als het minder goed gaat. Dat is de ultieme regie.”

“Op basis van inhoud wordt in de meest actieve regio’s eigenlijk unaniem voor Minddistrict gekozen.”

Bij PRO Praktijksteun worden niet exclusief modules via Minddistrict aangeboden. “Andersom geven we professionals de keuze. We laten ze verschillende aanbieders zien en geven ze een opdracht om op basis van inhoud een keuze te maken.” Ze hoeven daarbij niet naar de euro’s te kijken, dat lost de organisatie achter de schermen op. “Op basis van inhoud wordt in de meest actieve regio’s, Brabant en Noord-Limburg, eigenlijk unaniem voor Minddistrict gekozen. En dat is iets wat van oudsher al was. Wij weten hierdoor ook steeds beter met Minddistrict wat we op lange termijn willen en kunnen.”

Aansluiten op behoefte

Inmiddels hebben ze bij PRO Praktijksteun een model getekend dat vertelt waar het heen moet gaan met ehealth. “Er wordt te veel vanuit de instelling gekeken naar het inzetten van ehealth. Het goed op elkaar laten aansluiten van behoefte en aanbod gaat uit van ondersteuning in alle fases van een leven, mét en zonder (ggz-)klachten. Volgen we de route van de patiënt in plaats van die van de behandelaar, dan zal het sterk bijdragen aan kwaliteit van leven.” Deze route is binnen de ggz al uit te tekenen en zelfs uitvoerbaar.

“Als je een zorgvraag hebt, dan kan het systeem met je meelopen. Ook als je geen zorg meer krijgt, blijft de input en je instrument van jou. Dan heb ik het over alle levensfases van iemand met klachten, of zorgfases, hulpvraagfases.” Keijzer steekt dit zo breed mogelijk in: van leefstijl, bewegen en sociaal domein, tot gemeentes, het communiceren rondom een cliënt én de mogelijkheid voor die cliënt om zelf te bepalen welke informatie voor wie inzichtelijk wordt. “Die stappen zetten we nu, en Minddistrict gelukkig ook.” In die toekomst ziet Keijzer een digitale plek waar je in alle fases van een eventuele hulpvraag ondersteund kan worden. “Waarbij de regie van de samenwerking tussen jou en de behandelaar bij de cliënt ligt. Dat is de belangrijkste stap. We zijn dus nog niet klaar, maar zeker op de goede weg.”

Interessant?

Dit interview is er één uit onze jubileumreeks. Ben je benieuwd? Dan vind je de interviews hier:

Als je zelf meer wilt weten over de inzet van ehealth in de huisartsenzorg...
...neem dan contact met ons op!