29 maart 2017 vond het symposium ‘Cliënt als regisseur in de ehealthketen’ plaats. Ruim 150 deelnemers zetten hun ervaring en expertise in om meer duidelijkheid te krijgen over wat nodig is voor goede ketenzorg waarin de cliënt centraal staat.
De deelnemers kwamen uit alle fases van de keten, van POH tot specialistische GGZ, van cliënt tot raad van bestuur. In dit visuele verslag (illustraties van Selma Koopman van [De Betekenaar]()) vind je het verloop en de uitkomsten van het symposium terug.
Live reageren op stellingen in presentaties
In zes presentaties werden diverse perspectieven toegelicht, afgesloten met een stelling waar de deelnemers live op konden reageren.
De eerste spreker, Ernst Klunder, voorzitter raad van bestuur van Dimence, besprak de kloof tussen realiteit en ambitie. Hij gaf vele redenen om niet meer met ehealth en ketenzorg aan de slag te zijn. Maar zo gebeurt er nooit wat. Zijn boodschap was: ga het nou gewoon doen.
Maggie Dalidutko, de tweede spreker, is ervaringsdeskundige en heeft al 40 jaar last van PTSS. Zij beschreef op indringende wijze hoe ze haar ehealthapp gebruikt op momenten dat ze het moeilijk heeft. Zo’n app vervangt de behandelaar niet, maar kun je wel vergelijken met een hulpverlener die 24/7 beschikbaar is, en nooit op vakantie. Het signaleringsplan en de app geven haar een groot gevoel van zelfstandigheid.
Daarna presenteerde Marco Leons, GZ-psycholoog bij GGZ Delfland, een casus. Om zijn cliënt Marcel verder te helpen wordt gebruik gemaakt van een signaleringsplan. Hiervoor is afstemming nodig met de betrokken personen in Marcels netwerk. De conclusie was dat het moeilijk kan zijn om de omgeving van een cliënt bij de behandeling te betrekken, maar wel nodig. Ehealth kan hier zeker bij helpen.
Karin van den Berkmortel is ehealthspecialist én heeft ruime eigen ervaring met zorg. Ze vertelde over het verschil in benadering door zorgverleners tijdens een eigen herstel en tijdens de behandeling van één van haar kinderen, die ernstig ziek werd. In die keten hadden zij en haar gezin de autonomie. “Als ouders werden we regisseur in het behandeltraject van onze dochter, bijgestaan door fantastische zorgverleners.” De boodschap was: laten we in de GGZ ook zorgen voor deze autonomie van cliënten, en hen als regisseur van zorg beschouwen.
De vijfde spreker was Rudolf Keijzer, directeur van Pro Praktijksteun, die het perspectief van de POH innam. Ehealth was in het begin zoals antibiotica, zegt hij: het advies was om de kuur helemaal af te maken, anders werkt die niet. Maar ehealth is inmiddels ondersteuning op maat: je kunt dus ook zelf de regie nemen en zelf bepalen wat je wanneer gebruikt.
Bas Stroomer en Thijs de Boer, design lead en product lead bij Minddistrict, ontwikkelen ehealth. Zij stelden: als je een televisieserie wilt kijken, ben je niet meer gebonden aan een fysieke locatie of tijd. Zo moeten ook cliënten zich vrij kunnen bewegen door het zorgaanbod. Iedereen heeft een eigen persoonlijke route naar verandering, beginnend bij een klacht of hulpvraag. Ehealth ondersteunt die reis.
Deelsessies: eerste stappen om doel te bereiken
Na het diner discussieerden de bezoeker in 12 groepen over de stellingen uit het eerste deel. Doel was om van individuele standpunten tot een collectief doel te komen, met een eerste stap om dat doel te bereiken. Na de sessies presenteerden de gespreksleiders de uitkomsten in één zin. Enkele uitkomsten uitgelicht:
- Het netwerk betrekken is een middel en geen doel in de regievorming. Een eerste stap in de goede richting: inventariseer wie tot het netwerk hoort, voer dit in en maak keuzes voor je het uitzet.
- Hoe kunnen we de keten inrichten om de cliënt als regisseur te helpen? Door een veilige omgeving te ontwikkelen met cliënten en ketenpartners waarin zij zelf keuzes kunnen maken.
- Je kunt cliënten autonomie en regie geven door het juiste behandelaanbod, waaronder ehealth, voortdurend in de integrale keten aan te bieden. De zorgaanbieders vormen hierin dan de deskundige adviseur. De kracht zit in de herhaling.
De uitkomst: doen, leren en bijstellen
Wat in bijna alle presentaties en deelsessies terugkwam was de wens om te beginnen en snelle voortgang te maken. ‘Laten we geen grote projecten opzetten, met overleggen en plannen en opstarttijd. Maar laten we gewoon klein beginnen, ervaring opdoen, en aan de hand van die ervaring de volgende stap zetten.’ Het symposium kan dan ook worden samengevat in doen, leren en bijstellen.